Frodo & Co, Lords of Game
Hoshi van de Kreppelse Heide

Hoshi van de Kreppelse Heide,

Europees Kampioen

Alle artikelen

(min of meer chonologisch)

Het was maar een kort berichtje dit voorjaar. Weer zo’n titeltje, lijkt het dan in de hedendaagse hondenwereld. Maar niets is minder waar. De meting van de krachten op dit internationale niveau van jagende honden is uitermate professioneel. Het is een wereld van grote honden en grote jachthondenbegeleiders. Want zelfs Hoshi van de Kreppelse Heide (Langhaar) was nog niet zo snel Europees kampioen geworden als zij niet Theo Carbijn als eigenaar en voorjager zou hebben gehad.

Dit artikel is eerder verschenen in
De Jachthond in 2018

auteur: Nel Barendregt
Fotografie: Nel Barendregt

Theo Carbijn, groot kampioen

Als ik Theo vraag hoe hij dat doet, haalt hij bijna verlegen glimlachend zijn schouders op en zegt: ‘Gewoon, goeie hond fokken en ermee uitkomen.’ Dat mag helemaal waar zijn, maar daar zit nog een wereld tussen.

Er komen een paar karaktereigenschappen bij kijken om zover te komen van zowel baas als hond. Ten eerste fokt Theo al een mensen-leven-lang zijn eigen honden en zoekt daarbij altijd naar de optimale verbetering. Want je moet over het allerbeste materiaal beschikken om internationaal mee te tellen.

Ten tweede, Theo is onvermoeibaar in het vormen en kneden en opbouwen van zijn hond. En als die hond dan voldoende klaar is om hem te laten zien op de wedstrijden, dan is die tevens rijp om te winnen! Want met al zijn expertise heeft Theo ‘een paar’ dingen geleerd en dat is om een hond alleen op de wedstrijden te laten zien als die hond écht goed is. Je  laat nooit zien hoe onvoldoende (lees: slecht) je bent.

Daar komt bij dat Theo een echte wedstrijdman is die graag de concurrentie aangaat, maar wel komt ‘om te winnen’. Hij doet dat op een iets ‘andere’ manier dan de meeste hondenmensen. Hij doet zijn huiswerk! Hij heeft gezorgd zijn vak te leren door eisen te stellen aan zichzelf, aan zijn hond en aan zijn presteren. Hoge eisen! Om te beginnen moet je zorgen bij de besten te horen en daarna zorgen dat je beter bent dan alle anderen. De enige manier om vooruit te komen is aan jezelf werken.

Zo is ook Theo jong begonnen en heeft heel erg veel bij moeten leren. Maar hij was nooit geworden wie hij nu is, als hij niet altijd de ambitie had gehad om beter te worden. Beter in alle haarvaten. De beste honden fokken, slimmer opleiden, jachtverstand van de hond te doorzien, kennis van zaken (van wild!) te hebben.

Met een grote mond dwing je bij echt deskundige mensen geen enkel respect af, en bij een hond evenmin. Met de borst vooruit lopen helpt niemand echt verder, dat is imponeer gedrag wat uitsluitend ondeskundigheid zou moeten verbloemen. En de hond wordt daar zeker niet beter van. Dat hoef je dan ook van Theo niet te verwachten.


Een hondenman als hij verdoet zijn tijd niet aan zwelgen in euforie, want hij weet als niemand beter, hoeveel moeite het kost om op de top te lopen en dan nog te blijven. Hij heeft geen tijd en geen energie voor prietpraat, want werken aan verbetering is zijn ambitie.

Je zou willen dat meer mensen die ambitie aannamen.


De EK wedstrijddagen

Het nagenieten is groot als ik poog Theo te laten vertellen wat er op dat EK gebeurde en hoe het ging. ‘Het was zo mooi! Het was uit het boekje.’ Zodra Hoshi van het touw is, gaat ze er altijd vol voor. Niet om de benen te strekken, maar om wild te vinden; wild vinden moet je met verstand doen, met de bijna agressieve ambitie om te vinden en dus gaat ze er vol voor. Natuurlijk zijn hier jaren van ervaring aan vooraf gegaan. Pas dan kan een hond — in de totale balans met zijn baas en ervaring — komen tot dit niveau en deze prestatie. Een hond die weet hoe een veld te nemen en hoe wild vast te zetten en houden. 


Theo is een man van verschrikkelijk weinig woorden, maar geniet zichtbaar van het beeld wat zich weer voor zijn ogen afspeelt. ‘Het was een loop ‘uit het boekje’. Het was zo mooi, ik heb niet één keer hoeven fluiten. Zij loopt in het koolzaad maakt haar quête, trekt naar voren toe en wam: staat! Ik kom erbij, prrr patrijzen, schieten, lijn haar aan en neem haar terug. Ze maakt weer drie, vier slagen en precies zoals het hoort, niet hoeven te fluiten, ze komt weer uit de quête naar voren toe en staat! Het was een heel eind weg en in het er naartoe lopen val ik nog ook, maar Hoshi bleef staan (Theo vertelt dat met een vanzelfsprekendheid waar geen twijfel over bestaat). Kom erbij, we couleren samen en …. punt gemaakt. Zo mooi…’ valt hij stil in nagenieten.

De Kroatische keurmeester respecteert wat hij heeft gezien en neemt Theo en Hoshi mee naar een ander veld om nog te zien hoe de quête van Hoshi is op je jonge tarwe en na een aantal slagen heeft hij genoeg gezien!

Internationaal kent elke keurmeester Theo en zij weten goed dat hier geen toeval bij is. Overtuigender dan wat hij nu heeft laten zien, had het niet kunnen zijn. ‘… het — kón — niet — mooier…’ zegt Theo zachtjes met grote liefde voor het beeld wat hij voor zich ziet. ‘Dan weet je voor jezelf wel dat niemand anders die dag meer van je kan winnen.’

Waanzinnig mooi gangwerk; 

alles beweegt moeiteloos.

Dag twee van het kampioenschap
De tweede dag loopt Hoshi ook super mooi, maakt weer een mooi punt, maar toen speelde er wellicht toch wat landsbelang en kregen ze een ZG. Dat was onder een Italiaanse keurmeester en een Italiaanse deelnemer won met een CACIT. Theo is voldoende professioneel om daarover niet te twisten; het is een jurie-sport en van een afstand zie je niet wat een keurmeester ziet. Dat hoort bij een wedstrijd. Je moet het verdienen en blijven volhouden om je grootheid te bewijzen.

Dus kwam er over de beide dagen een barrage van deze beide honden die een IT gelopen hadden en als dat door een Italiaan wordt gekeurd dan zal hij zijn landgenoot al snel de winst gunnen. Dat was leuk bedacht, maar deze man kende de reglementen niet zo goed als Theo én Gert Jan Scheffer, die ook in het Nederlandse team deelnam, en Sjaak Bolle, die aanwezig was als keurmeester.

Als veel internationaal gevraagde keurmeesters laten Gert Jan en Sjaak zich niet zo snel omschoffelen en gingen de discussie aan over de puntentelling zoals de reglementen die voorschrijven.

Theo is een man van wedstrijden en gaat om te winnen, maar dan wel verdiend. Dat houd je het langste vol. Je moet ‘gewoon’ zorgen dat je beter bent, is zijn filosofie. Maar hij kan ook principieel zijn en had dit eventueel zelfs zo hard gespeeld, dat hij een tweede plaats niet had geaccepteerd.


De internationaal evenzeer gerespecteerde en bevriende Kroaat, Harrie Herak, had over de beide dagen elke dag een Uitmuntend gelopen en bij het inrichten van de reglementen is destijds besloten om het over twee dagen zo constant te presteren hoger te waarderen dan één keer pieken. Maar soms is politiek alom interveniërend: hoewel Harrie Herak meer punten had dan de Italiaan, werd toch besloten het reserve EK te gunnen aan de Italiaan. Het kan verkeren.

Een vuiltje, wat de absolute schoonheid van het werk, dat Hoshi over beide dagen had laten zien, niet mocht deren.

Laat alleen zien dat je goed bent

Een leven lang heeft Theo hoge eisen aan zichzelf en zijn honden gesteld. Leren, leren en beter worden en nog beter worden. En misschien kun je dan een keertje wat laten zien. Inmiddels hebben alle professionals in de landen met ‘grote’ jachthonden en jagers/hondenmensen gepast respect voor wat Theo laat zien en vertelt. Als concurrent wil iedereen natuurlijk wel van hem winnen, maar grote mensen respecteren zijn kwaliteit.


De ambitie begon bij het jongetje, Theo, met zijn eerste, zelf gefokte Langhaar, Arko van de Kreppelse Heide. Het bracht hem, dankzij zijn ambitie om goed te zijn en beter dan anderen met deze eerste hond op de Nimrod van 1978 en won die dan ook maar gelijk. Weer, je laat niet zien wat je niet kunt en je gaat er niet heen ten koste van je hond, maar nadat je je opleidingswerk hebt gedaan en dan simpelweg laat zien hoe jij vindt dat het er uit moet zien. Maar dat was niet alles, want die zelfde hond maakte hij ook werkkampioen. Dat kan goed samengaan als je de balans weet te bewaren.


Nu — een mensenleven verder — kan Theo bogen op zo verschrikkelijk veel ervaring, dat hij al die talloze blunders die ieder ander nog maakt, kan overslaan en zijn jonge hond daarmee niet meer afleidt. Dus kan hij die kennis en ervaring inzetten om zijn honden nog beter tot hun recht te laten komen, maar ook om over te dragen aan wie dat echt wil.


Hoshi, een hond met een verhaal

Als je ambitie hoog ligt, dan moet je je verstand gebruiken. Je moet dus werken met potentieel goede honden. Een pup kopen of fokken die ‘goed’ is! Als er ergens een gerucht gaat dan een hond heel goed loopt, dan zorgt Theo direct dat hij alles van die hond weet. Van wie de hond ook is. Om fokmateriaal te selecteren moet je alle goede honden kennen. Want als je ouderdieren zoekt, moet je weten dat zij ‘kunnen lopen’, optimaal kunnen bewegen en daarin niet worden belemmerd en tevens met verstand jagen. Fokkerij. Een onderwerp waar deze editie Jachthond niet dik genoeg voor is.

Theo fokte in 2011 het nest waar onder meer Hoshi uit kwam. Drie van deze honden gingen naar gerespecteerd collega voorjager en vriend Langhaar-man, André van de Ende. Toen deze honden anderhalf jaar waren, werd André echter dramatisch getroffen door een tia. Theo haalde de honden op en liep er de wedstrijden mee, die André in de Jeugd had ingeschreven. Op een van die wedstrijden werden drie honden uit dat nest 1e, 2e en 3e in de competitie. Al snel werd echter pijnlijk duidelijk dat André niet meer met een hond echt het veld in zou kunnen. Dus bleven Hoshi en Hella bij Theo.

Met name Hoshi had een enorm temperament en dat heeft ze nog, maar dat moest geleidelijk aan wel nog wat beter in balans raken. Rustig aan op kleinere velden temporiseren. En zo groeide ze uit tot de waardige kampioen die zij nu is.


Onder leiding van Theo begon Hoshi aan een indrukwekkende wedstrijdcarrière. Ze werd in dat eerste wedstrijdjaar al Veldwedstrijd-kampioen-met-jaartal. In die vier achtereen volgende jaren werd Hoshi zelfs 3x veldwedstrijd-kampioen met jaartal!

Theo noemt haar: ‘een wonder op vier poten, altijd als het touw afgaat is het alsof je een katapult aftrekt, maar in huis ligt ze heerlijk op de bank naast me.’ ‘Een winnaar moet een enorm karakter hebben.’ Het werkboekje vertoont tal van CACT’s en CACIT’s. Theo selecteert de wedstrijden om aan deel te nemen met zorg en heeft met elke hond een duidelijk plan. Schreef de laatste tijd nog uitsluitend voor CACIT wedstrijden in en werd daar geselecteerd voor de Coupe d’Europe dit voorjaar in Frankrijk. Hij kwam, genoot van zijn hond en overwon.


Met flonkerende oogjes vertelt Theo zijn verhaal: zoals je er van droomt dat een hond loopt. Hoshi die weet hoe een veld te nemen, met enorme moyens gaat en met een kapitale neus de patrijzen weet te vinden en ook weet vast te zetten en vast te houden, totdat Theo erbij is om ze samen los te maken en te schieten (hoewel dat veelal met het alarmpistool gebeurt).


Een goede hond beweegt goed

Net zomin als Theo geduld heeft voor ‘verkeerde’ honden, heeft hij geduld voor geklets, maar als iemand echt luistert en echt wil leren, dan heeft hij — net als met honden — engelengeduld. Het probleem is echter te vaak (en daarmee kampt hij niet alleen) dat men uitsluitend hoort wat men graag wil horen. Wie een slecht bewegende hond heeft, die moet eerst maar een goeie hond kopen. En zo is het!


Het is in alle jachthonden rassen eigenlijk hetzelfde drama. Er wordt gefokt naar (zogenaamd) mooi, mooier, mooist. Maar voor mensen die werken met de hond is er maar een soort mooi: een hond die mooi werkt. Daarvoor moet een hond, bij uitstek een Staande Hond, kunnen bewegen.

Wellicht moet ik dat uitleggen. Een hond die belemmerd wordt in zijn loopvermogen is snel moe en kan zijn hoofd niet meer gebruiken. Zo’n hond kan nóóit goed jagen. Die is moe, die is gehandicapt!


Het pijnlijke is dat nergens, of bij een rasvereniging of op een tentoonstelling het echte loopvermogen van honden wordt beoordeeld. Om mooi te zijn hoeft een jachthond nog slechts netjes te kunnen dribbelen. Maar zo kun je nooit een jachthond selecteren!

Dus hoe fok je een goeie jachthond? Ga voor goede raad en doe géén concessies in het fysieke vermogen van de hond! 


Misverstanden

Langs de lijn blijft hardnekkig geroezemoes, wat al jaren hetzelfde is. Zo  zou Theo hard met voor honden zijn en hij zou onbenaderbaar zijn. En je vraagt je af waarop dat is gebaseerd. 

Nooit heb ik Theo (in enige mate) ruw tegen een van zijn honden gezien, integendeel. Is men jaloers dat hij zo goed presteert of begrijpt men niet hoe hij het presteert? Ik vermoed het.

Wie verstand van jachthonden heeft, die weet dat je met hard (of week) tegen honden zijn absoluut niets bereikt. Je moet het talent niet uit je hond pesten (slaan), maar het beste uit de hond omhoog halen. Op het niveau waarop Theo met zijn honden presteert, kan hij zich niet permitteren onredelijk naar zijn hond te zijn. Dan timmer je talent kapot! 

Natuurlijk moet een hond en vooral een jonge hond in opleiding weten waar de grenzen liggen; die grens moet in de precisie scherp aangegeven zijn. Doe je dat niet, dat verkloot je je hond (sorry, ik heb er geen beter woord voor). Maar de perfectie en precisie van de timing en je scherpte is essentieel voor de hond om jou te begrijpen. Dat weet Theo beter dan iedereen langs de lijn. Daar kan menigeen nog heel veel van leren.


En dat de vriendelijke, bourgondische Limburger onbenaderbaar is, dat ervaar ik ook heel anders. Met genoegen deelt hij zijn kennis, maar dat neemt natuurlijk af als mensen niet willen luisteren en ernaar handelen. Dat misverstand laat zich misschien vergelijken met elke andere sport, i.c. het golf-spel. Mijn zusje, die heel verdienstelijk golft, vertelde mij lang geleden na een van haar eerste Pro-Am wedstrijden, hoe moeilijk zij het vond om met zo’n tour-professional een gesprek aan te gaan, al was het maar om eens iets ‘aardigs’ op te merken. ‘Je weet niet wat je zeggen moet.’ In een Pro-Am wedstrijd spelen in een flight een amateur, een teaching-pro en een tour-pro samen. Een tour-pro speelt eigenlijk altijd met professionals en praat (denkt) op dat niveau; die zeggen onderling hele andere dingen dan amateurs onder elkaar. Opmerkingen van een amateur raken dan al snel aan het belachelijke. Dus houd je je mond en is er nauwelijks gesprek. Een teaching-pro is dagelijks gewend om aan amateurs les te geven en blijft dichter bij huis.

Is daarom die tour-pro onbenaderbaar? Nee, het is alleen lastig (voor beide partijen) om een manier te vinden een zinnig gesprek aan te gaan. Op een Pro-Am is een tour-pro meer relaxed dan op de grote toernooien en daar zal hij meer in zichzelf gekeerd zijn om zich optimaal te concentreren. Zeg maar: meer onbenaderbaar.


Natuurlijk is het zo dat als je een wedstrijd wilt winnen, je niet wilt worden afgeleid met dingen waarop je geen invloed hebt. Dan is het voor de hand liggend om je een beetje af te zonderen en je te concentreren. Theo is een man van weinig woorden, behalve als het om mooi werk gaat, ook van een ander.

Onvermoeibaar in elk gewas.

Spijkerbed graanstoppels of hoge bieten.

En nog steeds onvermoeibaar.

en nog steeds onvermoeibaar!