Frodo & Co, Lords of Game
Respect

Alle artikelen

(min of meer chonologisch)

Respect, de basis voor sociaal gedrag

Respect is zo’n begrip dat wel veel wordt gebruikt, maar wat er nu precies wordt bedoeld dat blijft heel erg vaag. Daarom heeft dat gemakkelijke gepraat ook geen effect. Om reden van onduidelijkheid en spraakverwarring, terwijl we toch weten dat er altijd misverstanden of ruzies voortkomen uit onduidelijkheid in onze communicatie. Dat geldt niet alleen tussen mensen, maar ook tussen mens en hond. Niet zo slim, voor wie hersens heeft en die wil gebruiken.


Wat is respect?

Daar kun je veel kanten mee op, maar laten we het praktisch houden. 

Ik heb respect voor de neus van mijn hond, maar wens evengoed door mijn hond als zijn baas gerespecteerd te worden. Dat laatste ligt op het randje van angst, terwijl mijn respect voor zijn neus vooral bewondering is. Van Dale noemt het ‘eerbied’ of ‘ontzag’; in het Engels ‘awe’ of ‘awesome’!

Ik wil het vooral hebben over bewondering voor en eerbied. Mooi respect is dat je op z’n minst de ander respecteert, diegene met rust laat en op eigen ‘terrein’ gunt eigen fratsen uit te halen. Kortom, zoals ik mijn jonge honden in alle rust en kalmte bij breng dat rammelende hazen mooi zijn op naar te kijken (maar aankomen niet!), stil samen kijken, of soms dat een andere hond werkt, terwijl de jonge hond toekijkt. Als dat de normaalste zaak van de wereld is, dan is die jonge hond rijp om ook volwaardig te apporteren. Maar pas als hij kan respecteren; als hij góéd kan respecteren. Niet een beetje zenuwachtig, maar er relaxed onder is. Dat is gewenning met beloning.

Jonge honden zijn jonge roofdieren en die hebben de ingebouwde drang om alles te achtervolgen wat snel beweegt. Zeker als het als ‘buit’ herkend wordt. Een jong hondje moet die balans zich eigen maken en dat lukt alleen als ik het respect opbreng voor zijn jonge leeftijd en prille opleiding, door hem voor eenvoudige rust momentjes te belonen en fier maak op zijn ‘super saaie’ zitten en zich beheersen. 


Overschrijven van de software

Mijn respect voor 1. de natuurlijke aandrang om te ‘moeten’ achtervolgen en 2. het zeer beperkte bevattingsvermogen van mijn hondje brengt me in de gelegenheid om hem fier te maken voor zeer onnatuurlijk gedrag. Zonder mijn respect voor zijn onvermogen, lees ‘het verbieden’, kan ik hem ook niet in de situatie brengen dat hij trots wordt op onlogisch gedrag.

Anderzijds zal ik in alle andere omstandigheden voldoende respect van mijn hondje moeten eisen dat hij voldoende ontzag voor mij heeft om zijn natuurlijke aandrang in te wisselen voor een zacht verbale beloning van mij.

Dat is eigenlijk heel eenvoudig en gemakkelijk te bereiken als ik maar kalm, consequent, geduldig, begripvol en vasthoudend blijf. Met de nadruk op mijn rustig en vastberaden handelen.

Door van pup af aan nooit te versagen en altijd in alle geduldige vriendelijkheid, precies, strikt en duidelijk te zijn. En de beloning goed ‘timen’ om zijn rustige respecteren steeds fijner te maken. Tenslotte weet de pup niet beter, maar dan is hij niet echt een pup meer. Hoewel de (jonge) hond altijd een dier met het aangeboren karakter zal blijven, herschrijf ik als het ware zijn software, maar hou voldoende respect voor het feit dat hij een zelfstandig en zelfverzekerd dier blijft, die in opdracht van mij werkt.


Laten we er nog eens een paar voorbeelden bij zoeken, die voor een jachthond functioneel zijn. 


Fietser en hardlopers

Veel mensen herkennen het beeld dat de pup achter een hardlopen of een fietser aan wil en iets ouder in de benen bijten of wat daar op gaat lijken. Dat is natuurlijk jachtinstinct en wil je in het vroegste stadium ‘killen’. Door de fietser te zien aankomen en op afstand langs de weg te gaan zitten zodanig dan de pup de fietser ziet aankomen, al rustig zit (omdat jij hem in de houtgreep hebt), dan kun je hem belonen, in die positie houden en belonen. Een hand voor de borst om hem te weerhouden ‘in te springen’ en de ander strelend over de rug om te kalmeren en te belonen.

Al dergelijke situaties waarin de hond schrikachtig is en zenuwachtig lijkt, neem je hem tevoren zo dat hij het ‘gevaar’ kan zien aankomen, om van jou te ervaren dat het niks is om je druk over te maken en zelfs niet het achtervolgen waard is. 


Situaties op jacht

Zoals de jager een fazant die mooier voor de loop van zijn buurman gaat komen, hem ook aan de buurman zal gunnen, zo moeten onze honden de gevallen buit gunnen aan de hond die erop wordt ingezet. Een situatie waarin alle partijen gelukkiger worden. Wie de ander niets kan gunnen, die verdient zijn uitnodiging niet.

Het is voor niemand en niemands hond gemakkelijk, maar hij zal zich keurig inhouden als een gevolg van veelvuldige ervaring hij daardoor beter gewaardeerd wordt. Ik dank mijn mooiste jachtuitnodigingen hieraan.


Opleiding

In de opleiding is de jonge hond die ongedurig is (en dus nog onvoldoende kan respecteren) vervolgens niet aan de beurt voor enig apport. 

Soms kun je de jonge hond het best ver van de andere honden af zetten, opzij of zelfs achter, maar altijd zo dat hij het goed kan zien. Naait hij zich dan nog op dan zorgt de baas tevoren steeds iets van de hond te vragen wat hij goed kan. Je moet rustig gedrag kalm belonen, je moet hem aan het verstand peuteren hoe blij je bent met rustig gedrag. Niet rustig? Dan is hij niet aan de beurt om te mogen apporteren. Als dat dan toch in het lesprogramma zit, dan doet deze hond dus even niet mee. Want zo worden toch al wat neurotische honden noch hysterischer gemaakt. Het is niet zo gek dat honden gillen en piepen, als de beloning er uiteindelijk op volgt. En zo leren ze steeds beter te jengelen. 


Andere jacht situatie

Een jager vroeg mij één apport per drift voor zijn hond te laten. ‘Maar natuurlijk, als het enigszins kan laat ik de fazanten voor u.’ Hij stuurde zijn hond echter direct na het eerste schot en verklaarde dat ‘dan de druk van de hond wat af raakte. Dan was hij niet meer zo woest.’ Ik ben er helaas niet in geslaagd om hem duidelijk te maken, dat hij zo lekker vlot zijn hond totaal onmogelijk zou maken; hij wilde het niet horen. Tja, dan is het niet mijn zaak me ermee te bemoeien.

Nooit zal die hond respect leren.


Uitsluitend na correct gedrag kan de hond een apport gegund worden.

Nou, dat hebben honden heus snel in de gaten, maar het zijn veelal de bazen die vinden dat hun hond dat tóch achter dummy’s aan moet rennen. Neen!


Respect maakt een mooie samenleving.


In de samenleving van het jachthondenwezen, met zijn jacht op titels, diploma’s en ander aanzien, lijkt respect ten opzichte van collega’s ver te zoeken. Wil een keurmeester nog mooi hondenwerk zien, bazen staren zich blind op punten en kwalificaties. Die inzet klopt niet. Kennen hondenmensen dan het begrip respect niet meer?


Gedurende de interactie met deelnemers gedurende een aantal lezingen werd mij weer enorm duidelijk hoe merkwaardig het menselijk brein soms functioneert en hoe verschillend wij mensen zijn van honden.

Beide zijn wij sociaal-levende zoogdieren, maar daar houdt het vergelijk op. Een hond is een dier en de mens … 

‘Geef mij maar een hond’, was ooit de mooie titel van een boek van Koolhoven.


Het respect van de mens

Wij mensen zijn tegenwoordig wel erg met onszelf en onze eigen zelf-opgelegde behoeften bezig. Ook naar onze honden en dáár komt dan nog eens bij dat maar erg weinig mensen zich in het wezen van de hond verdiepen. Wat is de beleving van mijn hond bij iets?

Dát interesseert de massa niet. Het gaat om míjn diploma, en míjn show-kwalificatie of wel mijn meerdere glorie. 


Aan de basis van enig sociaal gedrag ligt dat je in elkaar bent geïnteresseerd. En dat bedoel ik niet wat ik vind dat mijn hond fijn mag vinden. In het vorige artikel heb ik verteld, dat ik met hond nummer vijf en hond nummer zes afzonderlijk uitga, samen, elk aan een kant van ons fantastische contact-middel, het touwtje. Ik hoor anderen zeggen dat zij het heel prima kunnen om met twee jonge honden tegelijk te lopen. Ik denk dan: ‘smerige egoïst!’ (Ja het is zo.)

Door mijn onverdeelde aandacht te gunnen aan mijn jonge hond, kan ik hem van alles leren en niet in de laatste plaats bij brengen dat hij zich altijd heeft te gedragen en altijd moet opletten, want ik zou zomaar iets leuks kunnen bedenken. Oplettendheid loont! Een een hond doet (heel betrouwbaar) graag waar hij baat bij heeft. 

Dit artikel is eerder verschenen in
De Jachthond in 2017

auteur: Nel Barendregt
Fotografie: Nel Barendregt



Respect moet geleerd worden


Het is essentieel dat een pup leert om te respectenen. Jong leert hij óf het een óf het ander.


Alle kleine spelletjes die ik met een pup speel, zijn daarop gericht: dat hij altijd respect toont.

Jong zijn zijn tandjes vlijmscherp en voor jezelf en andere honden pijnlijk. Zover mag het echter bij benadering niet komen.


Een pup zoekt zijn positie en doet dat 'spelenderwijs', vechtend.

Zo werkt dat bij sociaal levende zoogdieren.


De mate waarin is bepalend: naar mij toe heeft hij geen poging tot vechten (of enige brutaliteit) te wagen, zo duidelijk (intolerant) moet je zijn.

Toch speel ik wel met de honden door zachtjes mijn hand in hun bek te bewegen, waarbij zij de gelegenheid krijgen te tonen hoe zoet ze zijn. Mijn hand bevriest zodra het iets ruwer, te brutaal, wordt. Het effect is dat de bek wijd open blijft en alleen om mijn hand heen beweegt. Mijn hand draait om hun bek en omgekeerd. Dit is een spelletje waarin wij oefenen respect voor mij op te brengen. Ik bepaal! En dat moet door de hond ervaren worden.


Nu heb ik meerdere honden en de oudere honden willen best met een pup de grote broer uithangen. Sommigen zie je om hulp vragen, maar een beetje zelfverzekerde hond laat het over zich heen komen. Soms tot piepens toe. Dat vertelt mij dan te moeten ingrijpen, beter nog veel te laat te zijn geweest met ingrijpen. Als ik hoogste in rangorde ben dan bepaal ik de grenzen. Het heeft voor een jonge hond geen pas om ruw te zijn naar zijn meerdere. Dat moet hij leren; dat moet ik hem leren.


Zojuist lagen vader en zoon onder mijn stoel te 'vechten'. De 5 maanden oude pup had een botje gevonden en daagde uit. Mijn benen en de stoel waren zijn vluchthaven, maar tevens om mijn aandacht te trekken.

Een tijdje ging dat leuk maar de 10 jarige Gandalf heeft feitelijk te winnen; beter gezegd, het is goed voor de kleine hond om te leren dat hij moet delen en moet kunnen gunnen.

Mijn hand speelde het soepbotje naar senior en dat vond de kleine niet echt leuk. Natuurlijk werk ik regelmatig aan iets dergelijks en moet de kleine zich regelmatig inhouden, dus accepteerde hij al redelijk vlot dat ik wilde dat hij rustig toekeek, zonder aan te vallen (hoe vriendelijk het in het spel ook ging, maar zoiets blijft nooit vriendelijk).


De pup accepteerde dat de oude hond heerlijk op dat kale botje lag te knagen, terwijl of omdat mijn hand hem al kriebelend hielp. Zo was het helemaal niet zo erg.


Natuurlijk had Gandalf helemaal geen interesse in zo'n kaal botje en zijn spel was snel gespeeld.

Ik nam het botje van hem aan en legde het op mijn bureau. De kleine stond nog een keer reikhalzend naar de rand  te ruiken, maar mijn stem overtuigde zacht, vriendelijk, dwingend en belonend 'Nee!' 

Twee tellen later lagen ze samen in een mand.


Een mooie les geleerd! Of was het spelen?