Leiding geven aan een volwassen hond is al een complex uit te leggen materie, maar laat me nu een poging doen om te verklaren hoe leiding geven aan een pup overkomt.
Als we over leiding geven in zijn algemeenheid spreken, dan gaat het vaak over ‘doe dit en doe dat’. Dat is echter geen leiding geven, maar een opdracht geven. Leiding geven, beter gezegd, ‘goed leiding geven’ is feitelijk je intentie uitleggen en de voorwaarden aanbieden die koers te volgen. Degene aan wie je dan leiding geeft, moet dat kunnen begrijpen en als de leider het prettig brengt dan kiest diegene er zelf (zelfs uit zichzelf) voor om die zelfde richting op mee te werken.
Nu is goed leiding geven een Kunst.
Persoonlijk denk ik dat leiding geven aan een hond heel veel simpeler is, eenvoudig in elk geval. Maar er komt een factor bij die het voor ons mensen iets ingewikkelder maken. Honden leven slechts in het nu en het eerstvolgende moment, wij mensen herinneren ons het verleden en maken ons te veel zorgen over de toekomst.
Toch is er een prachtige en bovenal eerlijke vorm van managementtraining. Alle partijen profiteren ervan.
Wat we bij honden moéten vereenvoudigen, is dat honden in het ‘nu en de eerst volgende kans’ leven. Honden leren heel slim van ervaringen, maar zeuren over het verleden kunnen ze niet, althans ze doen het niet. En dat maakt honden (dieren) zo prettig om mee om te gaan. Honden denken uitsluitend in de eerst volgende kans op… you name it, maar natuurlijk is het iets wat ze leuk vinden. Of geleerd hebben als leuk te ervaren. Honden zijn enorme opportunisten.
Een tweede factor die honden (dieren) bijzonder maakt, is dat zij geen gesproken taal met woorden spreken. Als zij een taal spreken, of wel geluid maken heeft het wel een betekenis, maar naar die betekenis kunnen wij alleen raden (soms best redelijk te doen overigens). Eigenlijk is de enige ‘taal’ die wij met honden ‘spreken’ non-verbaal, namelijk in lichaamstaal.
En dat zouden we ook het best non-verbaal moeten doen, want met onze woorden en zinnen brengen wij onszelf in de war. Wij mensen zeggen namelijk heel erg vaak net iets anders dan wij bedoelen. We verbloemen de intentie maar al te graag. De Engelse beleefdheid is er een goed voorbeeld van, maar dat zie je nu eenmaal gemakkelijker van anderen dan van jezelf. Er zijn niet voor niets zo veel mensen die zelfs zo mee in de knoop zitten met hun eigen waarheidsbeeld, dat psychische assistentie nodig is om te blijven functioneren en dan heb ik het nog niet over de gevallen waarin dat ook zeer wenselijk zou zijn. Enfin, de diversiteit aan individuele karakters is ook wel weer boeiend.
Lichaamstaal daarentegen is super eerlijk. Lichaamstaal is eigenlijk de enige taal waarmee wij goed met honden kunnen communiceren. De toon en klant van de stem is daar ondersteunend aan. Maar woorden daarentegen zijn super misleidend.
Ik vind dit al vele jaren lang waanzinnig fascinerend en studeer er dagelijks in al mijn omgang met de honden op. De omgang met mijn eigen honden bedoel ik dan, want ik weet alleen de intentie van mijn eigen motivaties. Van cursisten kan ik onmogelijk weten of zien, of zij hun ware intentie aan de hond tonen. Dus dat kan ik hier niet laten meetellen.
Ik merk namelijk voortdurend dat mijn honden het ‘weten’ als ik het niet helemaal meen, of niet helemaal zeker weet, of het niet zo erg vind of iets gebeurt of niet. Mijn lichaamstaal toont dat; wellicht meer dan alleen tonen, wellicht ook ‘uitstralen’ (al heb ik geen notie wat ik daarmee bedoel). Maar ik merk aan de honden dat ze zo verschrikkelijk veel van me begrijpen als ze mij aandachtig aankijken of misschien moet ik zeggen ‘bestuderen’. En vaak is het dan zo dat zij mijn intentie doorzien.
Voordat ik mij op (in mijn beleving) al te speculatief vlak ga begeven, wil ik het hier maar bij laten. De basis gedachte is genoeg. Namelijk, als mijn hond mijn intentie kan aflezen aan mij, dan kan ik maar beter tot op het bot eerlijk zijn tegen hem. Maar ja, ‘eerlijk zijn tegen jezelf’ lukt de mens niet altijd. Eerlijk zijn tegen jezelf is vaak moeilijker dan je denkt, maar laten we het ook niet moeilijker maken dan het is. Als we ons best doen om (in onze lichaamstaal: beweging, houding) eerlijk tegen de hond te zijn, dan vergeeft hij ons die enkele vergissing met liefde. Dus genoeg theorie en laten we het verder bekijken in praktische voorvallen.
De leukste (gemakkelijkste) observaties doe je als de hond nog heel erg jong is; dan is zijn reactie nog spontaan en direct. Dat wordt meer gelaten als je hond langer aan je gewend is, dus als hij ouder wordt.
Mijn pup snapt niets van ‘nee’ of een brom. Hij weet wel dat hij sommige dingen als ‘niet leuk’ ervaart. De aandrang om dat ‘niet leuke’ te herhalen zal er dus niet zo snel zijn.
Het maakt het op dit moment extra leuk dat ik een puppy, Pippin, heb die met gretigheid mijn leiding zoekt. Nou ja, dat deden de vorige pups vrijwel net zo. Eindeloos wordt ik gehypnotiseerd: ‘moet jij niet met mij spelen’? Ja, dat is ook leuk om te doen maar altijd en uitsluitend functioneel en op mijn voorwaarden en niet als de pup erom vraagt, dan wel bedelt. De leider neemt het initiatief! Dat hoort niet andersom.
Daarom komt het regelmatig voor dat mijn hondje me zo (als op de foto) zit aan te staren; binnen voortdurend en buiten natuurlijk slechts op hele korte momenten. Want zodra we buiten zijn dan toon ik mijn leiding en leer de pup, dat mij volgen, hem mijn aandacht en waardering geeft. Hij stapt vlijtig achter mijn benen aan en kijkt omhoog, mijn linker hand nodigt hem geregeld laag om er in te komen en vlot lopen we door!
Mijn stem zingt zachtjes en kalm hoe fier ik op hem ben. En die fierheid van hem die groeit met de dag! Maar ik verzaak niet! Altijd loop ik met de pup samen, dus uitsluitend hij en ik. Geen andere verstorende elementen. Nooit langer dan mijn concentratie er is. De concentratie van de pup is er altijd als het bij mij fijn is. En hoe meer en beter hij eraan gewend raakt om zich in te spannen om fijn met mij mee te mogen lopen, went hij er aan een leider te hebben.
Zijn fierheid en concentratie vertelt mij hoe fijn hij mijn intensieve leiderschap ervaart. En ik? Ik doe niks en loop alleen stevig door, rustig met een vriendelijke stemming; laat hem even in mijn hand komen om te ervaren hoe fijn wij het samen hebben en loop vooral door.
Mensen zijn rare wezens en vertellen vooral achteraf dat ze het juist anders hadden gewild. Op halve informatie moet je maar proberen te doen wat je denkt dat gevraagd wordt. Dat is op zich al frustrerend. En het wordt nog erger als degene die je vroeg iets te doen, boos wordt omdat hij zelf tevoren zo stom onduidelijk was. Daar wordt de samenwerking niet beter op en je respect voor die persoon daalt snel. In onze mensen-maatschappij barst het van die voorvallen. Honden likken echter nog steeds je hand als je hem dagelijks keer op keer frustreert.
Vooral voor een jonge hond is het natuurlijk fnuikend. Die leert niet van ‘nee’. Die leert van je beloning als hij iets moois doet. Die kijkt naar je om uit je lichaamstaal je ‘wensen’ af te lezen, omdat hij zich gewaardeerd wil voelen.
Jonge honden leren zo onwaarschijnlijk snel! Het blijven nog lang kleutertjes die van alles blijven uitproberen, maar jouw lichaamstaal lezen kunnen ze als de beste. Als een jonge hond iets doet wat je niet had gewild en jij bromt van ‘nee’, dan snapt hij daar niks van! Hij had er geen notie van dát het verkeerd was. Jij hebt hem immers nog niet geleerd wat wél gewenst is. Met boos worden breek je als ‘vermeende leider’ meer af dan dat je aanleert. Om nog maar te zwijgen over hoe aangenaam zulk leiderschap ervaren wordt.
Een simpel voorbeeldje tijdens het leren volgen: vrijwel iedereen trekt de hond (ruw) terug naar achteren bij zich, ‘Nee-ee, kom hier!’ En altijd weer zie je dat het herhaald, herhaald en herhaald moet worden omdat de hond nooit heeft geleerd wat er wél van hem wordt verwacht; dus waar het nu juist gewaardeerd wordt te lopen. Dat leer je met een vroegtijdig combinatie van duidelijke lichaamstaal en een beloning.
Reden voor mij om vanaf het aller prilste begin de pup dit bij te willen brengen. Ik heb de fokker het principe uitgelegd en aangepraat en die past de grondbeginselen van zijn leiderschap al toe vanaf ca 4-5 weken met het hele nest tegelijk. Een genot in het nest al en ook met het zindelijk maken. Dus laat ik bij dat begin beginnen.
Vanaf een week of vijf zitten de pups nog lekker warm binnen, maar moet de ren al redelijk van formaat zijn, zeker bij een nest van negen pups waarvan mijn Pippin er een is. De eerste redelijke droge dag grijpt de fokker aan om het deurtje van de ren open te zetten en met de trays etensbakken in de hand rustig weg te lopen naar de deur. Zo snel of langzaam dat elke pup het plan begrijpt: die bakken bij díe benen, die moet je volgen! Zo snel de kleine pootjes kunnen, dansen ze naar die bakken. Maar ze werden ook net wakker en je wil ze snel naar buiten hebben, dus je moet ‘voor de troepen uit’ lopen. Niet te hard en niet te langzaam. Als je te hard loopt, raak je er een paar onderweg kwijt en als je te langzaam loopt, dan val je over je pups en kom je ook niet ver. Zo vlot mogelijk doorlopen.
Buiten loop je eerst lekker een stuk(je) de wereld in zodat het merendeel zich heeft ontdaan van plasjes en poepjes en dan kunnen de bakken op de grond als beloning. Etenstijd!
Een fantastisch leermoment toch?
Als de fokker die timing en voorbereiding een paar dagen achtereen goed regelt dan weten de pups feilloos dat naar buiten gaan leuk is en dat je die benen vooral moet volgen! Dus kun je na een paar keer de bakken thuis laten en gewoon met de hele meute pups een rondje gaan lopen. Zaak is om vlot weg te lopen, zo ver mogelijk bij het huis vandaan en naar de bossages. Binnen een week leren de pups dan niet om het huis of op het gazon te poepen, maar in de bosjes. Afhankelijk van het weer doe je dat vanaf een week of vier.
Je moet vooral (rustig aan) dóórlopen en niet stil blijven staan. Dat stil blijven staan is wat iedereen doet om naar de pup te staan gapen. Zo leert de pup dat de wereld om hem draait! Altijd weer zie ik bazen die achter hun pup rennen om ze te weerhouden van verkeerde plekken of ander onheil. Slaafse ‘leider’ als je het mij vraagt.
Het is handig als je buiten weer een ren (kennel) hebt, waar de pups na de uitlaat rond van een vijf minuutjes in kunnen, zodat je ze buiten te eten kunt geven en hen dan een poosje aan hun lot over kunt laten.
Dit principe van het hebben van een fijne leider is pril geleerd; het volgen is daar een automatisch onderdeel van. Want die benen die brengen eten en om die te volgen is altijd fijn.
Er zijn mensen die denken dat men de pups bij het eten geven op de kom-fluit moeten conditioneren. Nou, dat moge leuk klinken, maar het effect daarvan heb ik nog nooit gezien. Elke jonge hond komt gefascineerd de eerste keren op het fluitje. En die pups? De komen gewoon op het eten af; die zijn niet dom!! Men fantaseert wat af: het klinkt zo leuk.
Pups (de meeste) zijn vele malen geraffineerd-slimmer: één keer iets uitgevonden en de pup weet het voor de volgende keer. Dat patroon zie ik bij elke pup weer en dat kan ik alleen goed waarnemen bij een pup van 7 à 8 weken, die net nieuw uit het nest weg bij mij komt. In die eerste dagen is er nog veel nieuw en dan kun je pas goed zien hoe snel een pup leert.
Ook Pippin kwam bij mij op die leeftijd, dus nadat hij al een paar weken zijn baas had gevolgd naar buiten.
Ik doe dus in mijn dagelijkse rondjes niet anders. Nooit sta ik stil om naar mijn pup te gapen. Als iemand mijn nieuwe aanwinst wil bewonderen en dan dwing dwing ik die om mee te lopen en door te lopen… en dat kost me veel meer moeite dat zo’n pup!!! Dus mijd ik pottenkijkers.
Zodra het deurtje van de vliegtuigbench in de kamer open gaat, loop ik naar de deur en naar buiten. Natuurlijk volgt de kleine frummel mij. De manier waarop ik loop is fijn voor de pup: rustig genoeg om het leuk te vinden en vlot genoeg om net vóór hem uit te lopen. Mijn hand zakt geregeld om in te komen.
Ik loop samen met mijn 7-9 weken oude pup! Dat is begripvol en niet gehaast, met regelmatig contact en vaak als hij naast mij omhoog kijkt, zingt mijn stem zachtjes om hem trots en fier te maken. Hij zal nog beter een mooier zo bij mij willen zijn.
Mijn rustige lopen is niet langzaam, want dan loopt de pup voor mijn voeten. Ook loop ik niet gehaast om hem voor te blijven, want dat ‘gevecht’ zal ik snel verliezen. Mijn benen bewegen eerder wat traag, maar ik loop wel stevig door.
Het contact maken bestaat niet meer dan uit mijn linker hand die naar beneden zakt en even zijn kopje toucheert, zodat hij aan mijn vingers kan ruiken maar hem niet hindert bij het lopen. Mijn stem doet de rest om hem fier te maken.
Dit hou ik onze hele uitlaat ronde vol, elke halve seconde ervan! Het spreekt voor zich dat mijn telefoon dan niet bestaat! Ja, ook ik ben een verschrikkelijke informatie-junk, maar als ik buiten met de honden ‘speel’ bestaat er geen telefoon. Zoveel heb ik wel geleerd.
Natuurlijk kom ik zelfs in mijn verlaten bosje wel eens mensen tegen en dan gaat de pup ruimschoots tevoren op de arm, we lopen stuurs door en op veilige afstand verwijderd gaat hij (al lopend) weer op de grond. Samen verder. Hem kan dus niets anders gebeuren dan dat hij trots en fier bij mij mag meelopen.
Een pup doet zijn behoefte (doorgaans) in één keer. Dus klaar is klaar (in principe). Het is van wezenlijk belang dat ik als leider rekening houd met de behoeften van de pup. Ik wil als redelijk en fair ervaren worden en let dus goed op.
Bij de wandeling is het handig om een vaste route te nemen, zeker daarmee te beginnen. Dan weet je na twee dagen waar de pup een plasje doet en wordt ook de poepplek redelijk routine. Maar in dit relaas is meer van belang de wijze van leiden, richting aangeven door een tikje voor te lopen van de leider.
Daarbij zie ik mijn pup nooit-niet!!! Ja, ik loop vlot door, maar zodra de pup door zijn pootjes zakt, sta ik omgedraaid stil om hem rustig te belonen. Zodra hij klaar is, verwelkom ik hem een seconde in mijn handen en lopen we samen weer vlot door. Samen en met elkaar!
Evenzo let ik er heel goed op of de pup wat begint te wijken en naar dekking zie zoeken; ook dan sta ik omgedraaid stil en wacht stil en niet bewegend af tot hij klaar is en lopen we weer samen fijn verder.
De enige momenten dat ik dus naar mijn pup gedraaid sta, is als hij zijn behoefte doet. Dan heeft hij zijn rust en mijn begrip nodig. Alle momenten daarbuiten ervaart hij mijn leiding.
De eerste week (3-10 dagen) dat de pup bij mij is, loopt dit spel als een zonnetje. Maar daarna raakt onze route bekend en vertrouwd en zoekt de pup nieuwe uitdagingen, want mij kent hij nu wel. Fijner dan fijn bestaat niet.
Ik koop mij graag ondernemende, brutale pups (voor zover dat genetisch mogelijk en in het nest zichtbaar is). Die pup gaat al snel graag zelf op onderzoek uit!
Dus ruim voordat de wandeling usance wordt en saai, gaat er een touwtje om de pup. Een paar keer doe ik hem tijdens de wandeling al een touwtje aan voor een kort momentje en zorg ervoor dat dit touwtje niet strak staat en naar aanvoelt. Nu kan de pup nog maar één ding: volgen. Dus volgt hij mij ook met het touwtje om. Hij heeft het er nog te druk mee om mij te volgen, om aan andere dingen te denken.
Gedurende een paar dagen doe ik regelmatig eventjes het touwtje om en dan weer af, en mogelijkerwijs telkens wat langer. Maar soms wil het niet en dan gebeurt het korter of niet. Op een moment van verzet gaat het touwtje nooit af, dan neem ik het wurmpie lekker op de arm en al lopend (hij op mijn arm hangend) voelt hij dan het touwtje merkbaar. Voor hij dan de grond weer op gaat is misschien het touwtje er al vanaf. Maar nooit heeft hij zijn verzet en het afdoen van het touwtje met elkaar kunnen associëren. Evenmin bestrijd ik mijn pup (en evenmin de rest van zijn leven). Het gebeurt, of niet. Soms kan ik bijvoorbeeld op de grond blijven zitten, terwijl de pup trekt… ik trek niet terug! Mijn andere hand hangt stil en uitnodigend om fijn in te komen en gekriebeld te worden (kort) en dan door te gaan.
Kortom, dat automatisch netjes volgen dat werkt maar voor vijf dagen tot een dikke week en dan gaat het mis!!! Dat wil zeggen, áls ik het mis laat gaan. Door de pup tijdig aan een touwtje te wennen, kan ik voorkomen dat hij zelfstandig op verkenning uit gaat en is mijn arm de actieradius van zijn ruimte. Telkens wordt hij er aan herinnerd (pas na een paar dagen dat hij aan het lijntje is gewend) dat onze koers een andere is en geeft het hem geen keuze iets anders te doen. Mijn stem maakt hem trots op fier bij mij zijn!! Het touwtje is niet zijn beperking of zijn straf, maar zijn duidelijkheid, zijn contact met mij samen.
En zo leert een pup automatisch mij te volgen, of beter gezegd: waar zijn plaats is gedurende de rest van zijn leven.
Menigeen heeft oeverloze worstelingen met zijn jonge hond. Als je het spel fijn, ordelijk en gestructureerd aanbiedt, dan heb je geen centje gedoe. Nee, ik zeg absoluut niet dat het altijd simpel is, zeker niet in de komende maanden om de orde duidelijk te houden. Maar verkloot het begin niet!!!! Jij bent de manager, de regisseur!
Bij het eerste leren, leer ik die orde, die rust, die fijne communicatie. Pas en alleen áls dat geleerd is, dan is elk vervolg gemakkelijker en kun je dat spel dynamischer spelen. Het moeilijkste is wellicht dat je het eerst zelf echt moet willen en dan nog leert ook echt consequent toe te passen. En dan hoef je nooit je hond te bevechten.
Dat heeft helemaal niets met eten te maken en evenmin met koekjes voeren onderweg. Er komt bij mij geen koekje aan te pas, maar heb er evenmin iets op tegen om het als hulp middel te gebruiken. Ik bied simpelweg geen ruimte voor ongewenst gedrag.
Honden volgen veel liever een fijn en redelijk leider, waar ze respect voor moeten hebben, die vaak wel iets verrassends doet; een leider die leidt!!
Dit alles geldt niet alleen voor Retrievers, maar juist ook voor Staande Honden en ook Spaniëls. Juist honden doe voor het schot jagen hebben een enorm brede belangstelling en zijn het best gebaat om op die hele jonge leeftijd te ervaren een echte leider te hebben. Zeker Staande Honden worden van los lopen alleen slechter. Een snuffelende hond is zichzelf aan het afstompen op piesjes en poepjes; die moet leren jagen, zij het 'in opdracht van'. Dus voordat die hond echt gaat jagen, moet hij zijn baas erkennen, respecteren en waarderen. Zonder dat is een loslopende staande hond een ramp.
Rond snuffelen is geen jagen… erger nog het is een verschrikkelijk foute vorm van jagen! Een gewoonte die zijn baas hem heeft opgedrongen door geen alternatieve aangename leiding te bieden.
Vrijwel altijd moeten pups (en volwassen honden) tijdens de wandeling zichzelf maar zien te vermaken. Daarin regelmatig beperkt met: nee niet dit, nee niet dat. Die arme pup leert niet een leider te hebben. Niemand die hem fier maakt op zijn doen en laten, niemand die hem duidelijkheid verschaft, zijn koers bepaalt. Hij heeft wel een eigenaar die hem trots aan anderen toont, maar daar snapt een pup niks van. En als die pup dan zichzelf gaat vermaken, dan zeurt die baas voortdurend.
Die pup heeft geen weet van wat een leider is; hij leert dat het leven saai is en je dus jezelf maar moet vermaken. En het ernstige is dat het zo ook onderwezen wordt.
Bij ons vermaakt mijn pup zich geweldig met mij.
Ik zou zo veel meer pups een leuker leven gunnen.
Na die eerste weken komt de test nog wel of ik mijn concentratie volhoud. Actief mijn rol spelen tijdens de wandeling, want die worden vroeg of laat toch af en toe ‘saai’. Het eerste jaar duurt lang…
Kan ik dit vasthouden?
aandacht voor mij binnen
aandacht voor mij buiten, met afleiding
aandacht voor mij buiten, zelfs onder barre afleiding
Jong geleerd, is oud gedaan.
Maar bij menig nieuwe baas wordt het echter binnen de eerste dag weer afgeleerd.
Gaap dus niet naar je pup en loop er niet achteraan, maar neem het initiatief.
De eerste vorm van er aan wennen om van goed leiderschap te genieten: met de voerbakken mee.
Een of tien pups, het maakt niet uit.
Dit is de manier om het volgen van een leider aan te leren.
Dat kan iedereen en doet niemand.
Af en toe onder het lopen worden ze trots toegesproken door de baas.
En af en toe wordt het zo gevarieerd en fijn wordt bevestigd.
Samen met z'n tweetjes is het veel gemakkelijker.
... als jij maar bij de les blijft!
Het gevoel 'samen' moet van de leider komen.
Die pup die wil maar al te graag!
Hij wil dolgraag zijn best doen om gewaardeerd te worden.