Frodo & Co, Lords of Game
Contact is essentieel

Contact is essentieel

Alle artikelen

(min of meer chonologisch)

Van pril begin tot de eindfase


Het is vakantie-tijd en dan begrijpt iedereen dat, om op je bestemming aan te komen, je eerst moet instappen en geduldig de ene kilometer na de volgende kilometer afleggen voordat je uiteindelijk eindelijk ergens aankomt.

Met het opleiden van een hond is het niet anders. Je krijgt je pup met 7-8 weken en tot dan toe gaat alles goed. Dan beleef je samen een paar leuke weken, waarin de pup centraal staat, maar dan…!

Dan moet je de hond gaan opleiden, serieus manieren leren en dat vereist een mind-set, die ervaren, goede hondenmensen maar al te goed kennen. Maar hier gaat het helaas ook maar al te vaak mis. Merkwaardig, want dat is nu juist het allerleukste aan het hebben van een hond. Goed samenspel en daardoor kan het later op jacht of de wedstrijden ook wat worden.

Het is niet zelden een eigenschap van jagers (maar heus niet alleen) waarbij het opleiden er te veel tussendoor moet, zonder al te veel aandacht en zonder geduld.


De prachtige route naar …

De meeste ouders realiseren zich maar al te goed, dat investeren in de jonge jaren van hun kinderen geweldig loont. Als je dat niet doet, dan kun je het nooit meer over doen!!!

Zo is het met honden niet anders.

Een hond opleiden kost dagelijks jouw aandacht en concentratie. Dagelijks wil niet zeggen dat je erop uit moet trekken om te gaan ‘trainen’, maar juist tijdens elk moment van samen zijn en samen uit; elk ommetje.

Ik heb al veel geschreven over het ordelijk uitlaten (Puppy Coach vooral) en dat gaan we hier niet dunnetjes herhalen. Wat ik hier wil belichten, is de schoonheid en het genoegen van een goede jonge opleiding, eerlijk, ordelijk, kalm en redelijk.

Vrijwel elke hond kan prima voor zichzelf jagen, maar voor zijn baas? Dat is nog maar de vraag. Nog te veel mensen kijken naar een jagende hond en denken dan dat, hij voor zijn baas jaagt. Nou dat is vaak een illusie.

Later in het jachtveld ergeren anderen zich enorm aan dat soort honden en durft veelal ‘voor de goede vrede’ niets te zeggen. Een hond die voor zichzelf jaagt is altijd een drama!  365 dagen in het jaar. Het zegt niet zoveel over de hond, maar juist wel over de baas. Die heeft niet of in elk geval onvoldoende gewerkt aan het contact met zijn hond! 

Dit artikel is eerder verschenen in
De Jachthond in 2018

auteur: Nel Barendregt
Fotografie: Nel Barendregt



Jong en toch al heel geconcentreerd

Ik heb het genoegen vooral jagers onder mijn hoede te hebben. Jagers hebben doorgaans meer gevoel voor jagen en ook meer ervaring ermee (zij het te vaak nogal chaotisch wat betreft hondenwerk). Maar jagers zijn ook nogal eens die mannen die — kort gezegd — graag van alles delegeren. Een jachthond kán van nature alles (nou ja, als je je keuze goed hebt gemaakt), dus ‘mot dat ding het gewoon doen’. Wel, dat is een gedachte uit de ‘middeleeuwen’! Opleiden is een trage, geduldige en prachtige route, waarvan je elke bocht zorgvuldig moet nemen. Geniet van die route!

De jonge Heidewachtel van verder in dit artikel.


Soms geconcentreerd, maar soms ook helemaal de draad kwijt. Zeker bij Heidewachtels is werkenaan de concentratie van de hond essentieel.

Dat vereist net zoveel concentratie van de baas.

... maar soms ook helemaal niet.
jong geleerd en geen ruimte voor chaos

Zet die knop om!

In de loop der jaren heb ik geleerd om elke keer dat ik met een hond uitga ‘de knop om te zetten’. Van alles aan de kop, maar voordat ik het touwtje pak gaat mijn concentratie over op de hond. Focus! Als ik dit artikel vlot geschreven wil hebben, dan moet ik me ook top concentreren, ook al heb ik tevoren al de nodige steekwoorden genoteerd. Concentratie is een eis bij alles wat je (goed) wilt doen.

Golfers weten dat als de besten. Als je niet vóór de slag je hoofd ‘leeg’ maakt (volledig leeg!), dan ram je wel een bal, maar je komt niet tot mooi spel, hooguit in de rough. Dat is niet hoe je een bal behoort te spelen. Golf-pro’s lopen er niet voor niets zo ‘relaxed’ bij; anders waren ze nooit zo goed geworden. Dat is professionele concentratie.

Voor die concentratie moet er een knop om in je hersenen. Niet de concentratie op het gooien van dummy’s maar op het leiding geven aan en het aansturen van je hond. Het samenspel met je hond, het samen aangenaam hebben. Met een duidelijke ‘jij’ in de leiding en je hond begrijpend wat jij van hem vraagt. Dan is hij ook ‘gehoorzaam’.


‘Ik kom altijd blij terug’

Laat me wat voorbeelden geven. Een jager van bijna middelbare leeftijd heeft zijn vorige hond net als de meesten loei-lomp-en-half opgeleid en de buurt sprak er schande van. Hij zou niet anders willen, zei men. Maar hond Flip ging dood en Sjors kwam. Tevoren belde de baas mij met het verzoek om consultatie, zelfs vooraf. De hond was al gekocht. Bij een prima adres gelukkig. De baas was een snelle, daadkrachtige ondernemer, die alles moet en doet. Dus ik hield mijn hart vast en dacht: wordt niks (en zo negatief denk ik niet snel), maar alles wat het verbetert is meegenomen. Hij zei iets te willen, dus gaf hem een kans.

De eerste maanden waren onze wekelijkse contacten nogal een worsteling. Moeizaam deed hij een verkrampte poging hoe leiding te geven en te anticiperen. Nu is dat niet vreemd, want dat maak je je niet in een maandje tijd eigen, dat vereist altijd een lang, taai leerproces. De een heel lang en de ander sneller. Maar ik zag nu iets wat op driftig stampvoeten leek, dus werd ik kalmer en kalmer. Lang verhaal kort…

We zijn nu zo’n tien maanden later en deze baas heeft woord gehouden: hij bleek het inderdaad echt te willen en bekende me afgelopen week, dat hij er altijd verschrikkelijk veel moeite mee heeft om zijn top-talent hond totaal kalm te managen. Hij snapt inmiddels heel goed waarom en leidt zijn hond dus super mooi, maar het komt hem nog niet ‘als-vanzelf’. Alleen kalmte bij de hond (in elke detail) mag beloond worden met leuk werk. Die kalmte moet beginnen bij zijn leider. Deze hond heeft een enorme dynamiek en buitdrift en dus moet de baas voortdurend nog veel kalmer worden en langer kalm zijn en blijven. Dat valt hem zwaar, maar zeg nou zelf: wie niet?

Dit voorjaar werd de baas weer eens tot het uiterste getest door zijn hond, want er was in prille fase water in het spel. De baas handelde super rustig en gebalanceerd. Uitgeput van de concentratie kalm leiding te geven, vertelde hij me na een uurtje, hoe lastig hij het wel niet vindt. Maar: ‘elke keer als ik met de hond even uit ga, dan kom ik altijd zo blij, gelukkig en kalm thuis!’ Fantastisch toch?! Kan het mooier?


Het kost iedereen veel moeite om een goed honden-leider te worden, maar hoe mooi als die inspanning geleerd is? Menig hond zal er blij van worden.

Contact maken

Contact maken met de hond op een leidende manier is niet voor iedereen zo eenvoudig.

Bij de meeste mensen lijkt dat vooral op bedelen en jodelen. Maar een beetje hond heeft geen enkel respect voor een onderdanig jodel-ding. Zeker niet op termijn. Wel voor die baas die hem fascineert, leuk is en die voortdurend voor variatie en verrassing zorgt; een baas die zijn hond doorziet en hem uitdaagt in zijn werk. Maar allereerst moet je je hond doorzien, of wel heel goed kunnen lezen. Weinig mensen kunnen dat goed (zonder valse emoties; die zijn zooo fout!) en altijd vergt het ervaring, vingeroefeningen, studeren, studeren en nog eens studeren. Wie bereid is die fascinerende studie te ondernemen, die krijgt een mooi leven, samen met zijn hond als partner in vele ondernemingen. Sámen.


Zo kwam er een andere jager met zijn één jaar oude hond op les. Die hond wilde altijd ‘uitbreken’. ‘Dan zul je het daar wel naar gemaakt hebben’, was mijn (altijd zo ‘charmante’) reactie. Die reactie is op zich correct, maar het voorkómen van ‘uitbreken’ is gemakkelijker gezegd dan gedaan.

Waarom wil een hond ‘uitbreken’?

  1. hij heeft nog geen juiste regels geleerd en
  2. hij erkent zijn ‘baas’ (nog) niet als zijn leider en
  3. de baas is niet interessant. Alle drie!

Dus ontwikkelt zo’n hond zijn eigen feestjes maar. Je moet wat?

Helaas komt dit heel, heel, heel erg veel voor. Je moet een hond eerst gedrag áánleren en dat bestaat vooral uit ongewenst gedrag voorkómen! De hond die er af en toe mee wegkomt om zijn eigen feestje te vieren, die zal zijn macht niet snel afstaan. Zeker niet aan een baas die saai en monotoon is.

Honden floreren enorm onder een aangenaam, correct leider.


Het moest toch een makkie zijn om dat aan deze uiterst intelligente jager uit te leggen, deze razend snelle taalkunstenaar? Dat zou je zeggen, maar deze baas had er feitelijk geen enkele interesse in om zijn hond iets te moeten aanleren. De hond moest gewoon snappen wat zijn baas dácht. De man zelf kon super snel denken (en chaotisch!?), zodat hij simpelweg niet in staat was om zijn hond bij te benen. Ja, dat lees je goed. Het eenvoudige leervermogen van een slimme hond kán geen gedachtensprongen maken; lichaamstaal mag dan ook niet anders dan eenduidig zijn. Hardnekkig bleef de schuld bij de hond liggen en curieus genoeg waren zijn kinderen al even onzeker over deze baas.

Het is met die hond slecht afgelopen.


Dat ‘contact maken’ is dus niet vrágen (een verzoek indienen) om attentie. Contact hebben met je hond krijg je door hem te fascineren (pril kun je dat bijv. met een brokje, balletje) en hem uit te dagen. Hem mee te nemen en te leiden tot goed gedrag. Door zo te variëren dat de hond gefascineerd raakt: wat gaan we nu doen, wat gaat hij van me vragen?

En steeds strikt en ferm leiding geven. Geven!!! Dus vooraf en niet foeteren als het fout gaat omdat je zelf niet op tijd duidelijk was. (suggestie: lees deze paragraaf nog maar enkele keren.)

Honden adoreren zo’n leider. Eerlijk en redelijk, maar daar hoort ook voldoende ontzag bij.


Aanleren van gewenst gedrag

Een andere jager kocht zich een top-jagende hond, van jongs af aan. Als pup was de hond al niet te houden. Men noemde hem autistisch, maar dat is altijd een te gemakkelijk hokje om iets in te stoppen. De pup rook de hazen en reeën al toen hij net het nest uit was en kon nooit van het touwtje of hij was weg: verdwenen! De baas riep mijn hulp gelukkig al snel in. Hij dacht een waardeloze rothond gekocht te hebben, maar ik vertelde hem iets heel anders: top talent!

Gelukkig wilde de baas echt luisteren en begreep hij mijn stijl om strikt leiding te geven (vooraf en beperkend). Al het leuke in het leven van deze hond moest van de baas komen en voor enige losbandigheid geen ruimte! Structuur! Het was geen gemakkelijke weg, maar gaandeweg zag je de hond wel naar zijn baas toegroeien. Ook de baas moest dat nog helemaal leren, maar begreep het zodra hij het resultaat zag.

Het is niet zo vreemd dat een hond met top-talent en top-neus heel erg lastig op te leiden is. Zo’n hond wenst geen (dom) gezag, want die kan alles zelf wel. Maar een hond dient voor zijn jager te jagen (ten dienste van) en niet voor zijn jager uit (voor zichzelf). Anders gaat wel het wild wel op, maar krijgt de jager geen kans te schieten. Dat is geen jagen, maar verjagen. En dát is wat elke jonge hond moet leren. Eindeloos hebben we gewerkt aan het ‘leuk’ maken van ogenschijnlijk domme oefeningen als vóórkomen terwijl een van mijn honden apporteerde, etcetera. Altijd eerst strikt luisteren en dan (misschien) een uitdaging (of voer). Later: door de dekking heen vóór komen, dan eerst door de dekking heen apporteren om ten slotte ook in die dekking te mogen jagen en dummy’s te vinden. Kapitale neus!

Dit laatste is snel opgeschreven, maar heeft anderhalf jaar heel strak werken gekost.

Wie denkt dat je zo’n hond beter bij je krijgt door er tegen tekeer te gaan en te straffen en te schreeuwen, vergist zich. Inmiddels adoreerde die hond zijn baas! Strak en redelijk, en al het leuke in het leven van de hond werd zorgvuldig gegund door zijn baas!


Na twee-en-half jaar was de baas net zo ver dat hij de hond goed en zorgvuldig mee kon nemen om te jagen, zo dat de hond voor hem en onder hem zou jagen. Ordelijk en dynamisch, zoals het hoort. Zijn baas had geleerd logisch leiding te geven, veel in simpel lichaamstaal en voor (vrijwel) iedereen ‘onzichtbaar’.

Toen moest de hond door omstandigheden gedwongen naar een andere baas, een bevriende jager. Een jager met veel jacht-passie en -verstand, maar weinig ervaring met het opleiden van honden die voor het geweer jagen. Hoe je dat wilt zien dat wist hij maar al te goed, maar hoe geef je leiding aan een hond, die dat het liefste voor zichzelf wil?


Nou, dat viel hem niet gemakkelijk! Want hij wist heel goed hoe deze hond joeg. Als er eerder voor de hond was geschoten, dan was deze jager erbij geweest om te schieten, zodat de 1e baas zich op zijn hond kon concentreren. Tja en dan moet je helemaal van voren af aan beginnen om met zo’n hond (die hem kan missen als kiespijn) een band op te bouwen. Kort en beperkt. Aangenaam en strikt. 

Bij zo’n (super lepe) hond moet je zijn respect verdienen en kom je er niet mee weg om door bruut optreden gewenst gedrag te verkrijgen. Dan gaat hij juist in verzet, en als je het mij vraagt terecht.

Die nieuwe baas moet dus bereid zijn om a. maanden lang heel hard te werken om het (prille) contact voor samenwerking op te bouwen (super strikt) en b. het eerder geleerde vast te houden door zelf goed leiding te geven. Dat laatste heb je ook niet in een paar dagen geleerd; dat maakt het zo lastig. Ook al denk je alles van jagen af te weten, een lastig-te-managen jachthond naar je toe krijgen is andere koek. We zullen zien of hij dat opbrengt, want dat ligt niet zo in de geaardheid van het ‘beestje’. (Maar ja, hij weet ook dat ik gehakt van hem maak als hij laf afhaakt.)

Als voorbeeld van hoe mooi het er uit kan gaan zien, kent ook hij de hierna beschreven hond maar al te goed.


Ordelijk en geconcentreerd

Deze jager kwam met zijn hele jonge Heidewachteltje en hij vond me aanvankelijk best wat akelig gedetailleerd (to put it mildly!), maar begreep het wel, zag het en weet inmiddels zeker, hoe dat zijn vruchten afwerpt.

In alle rust en kalmte geeft hij nu (dat heeft heus drie-vier jaren opleiden geduurd) heel mooi leiding aan zijn hond. Met veel waardering van iedereen werkt zijn hond in de bosdrift (niet op open hazenveld) en vindt als de beste, zowel voor als na het schot!

Afgelopen week vertelde hij me: ‘Ik geniet zo veel meer van de jacht sinds ik mijn hondje bij me heb. Ik kom vaak helemaal niet eens aan schieten toe, als ik me in de drift op mijn hond moet concentreren, maar ik geniet er zo van als hij goed werkt en wild opdoet. Ook al kost het enorm veel concentratie.’ 

‘En’, voegde hij er aan toe: ‘ iedereen bewondert het ook en dat vind ik eigenlijk ook best wel leuk!’ Terecht, want hij werkt tijdens het jagen net zo hard (zij het kalm), geconcentreerd en ordelijk als zijn hond. Dan weer aan de voet (lijn) en dan doelgericht dat ene randje en die andere braam-prop controlerend. Daarmee de hond secuur lezend en met lichaamstaal stilzwijgend (bij voorkeur) zijn hond coachend. Beheerst en in balans.

Van alle kanten hoor ook ik hoe dat door zijn mede jagers wordt gewaardeerd. Dat is waar we al die uren aan gewerkt hebben en waarom hij wekelijks mijn gedetailleerde ‘gezeur’ verdroeg.

Mijn genoegen kan niet groter zijn dan te zien dat die jager zo goed heeft begrepen en scoort. Geen wedstrijd scoren, maar een veel hoger doel: een mooie jacht. Mijn missie is bereikt als hij zeer verdiend de eer krijgt.


Je begrijpt dat het niet om deze verhaaltjes gaat, maar om wat je tussen de regels door leest. Want wie elke dag van de schoonheid van het kleine teamwerk stapje voor stapje kan genieten, maakt de beste schreden voorwaarts.

Samen een band opbouwend die eerlijk en eervol is; gedurende dat hele traject verdien je dan het respect van een hond die aan jou als leider ten dienste staat. Als dat de jacht niet dient.

4 maanden maar groot genoeg voor het hele jachtveld

Ons kleine 'autistje'. Fantastische jager, maar geen enkele interesse in enige baas (mens).

Dat vereist geduld; heel veel geduld/

OEPS, daar gaat een vlieg !

De Heidewachtel waarbij alles zo netjes op zijn plaats viel. Hulde aan een geduldige en begripvolle baas.

The Balance, een heerlijk en wijs boek